Massage is voor veel mensen een fijne, ontspannende ervaring. Ook bij sportblessures, rugpijn of vastzittende nek- en schouders helpt massage de klachten te verminderen of verhelpen.
Dat massage helpt, was al wel bekend. Toch is er nog niet veel wetenschappelijk bewijs over hóé massage precies werkt. Deskundigen gingen ervan uit dat massage vooral effect had op een snellere afbraak van melkzuur in de spiercellen (de bekende ‘verzuurde’ benen). Door de snellere afbraak, heb je minder spierpijn.
Maar een Canadees onderzoeksteam publiceerde in 2012 voor het eerst een onderzoek met de meetbare effecten van massage op spiercellen. Een relatie met een snellere afvoer van melkzuur werd overigens niet aangetoond.
“Een massage activeert verschillende signaalroutes die het herstel van beschadigde spiercellen versnellen“, schrijven de onderzoekers onder leiding van Mark Tarnopolsky in Science Translational Medicine (een toonaangevend wetenschappelijk tijdschrift.
Tarnopolsky ontdekte dat de druk van massage sensoren prikkelt die ontstekingsremmende signalen sturen naar je spiercellen. Deze kunnen zichzelf daardoor sneller herstellen.
Voor het onderzoek stonden 11 sportieve mannen eerst een klein stukje spierweefsel af. Daarna moesten ze fietsen tot ze niet meer de minimaal vereiste snelheid haalden. Direct na het sporten werd opnieuw spierweefsel afgenomen. Wat bleek? Door het sporten ontstonden kleine beschadigingen in de spieren die een ontstekingsreactie veroorzaken – vaak de oorzaak van spierpijn.
Om te testen wat massage doet, werd bij elke deelnemer één been behandeld door een gediplomeerd masseur. Daarna werd nogmaals weefsel afgenomen. In het lab bleek dat de spiervezels in het gemasseerde been sneller herstelden dan in het onbehandelde been.
Dit onderzoek bevestigt wat veel mensen al lang voelen: massage helpt écht bij herstel. En het is dus niet alleen een kwestie van melkzuur afvoeren, wat tot die tijd werd gedacht.